Optellen van ongelijknamige breuken
- Primair onderwijs / Groep: 8 - 8 / Rekenen
- Voortgezet onderwijs / VMBO kader/basis / Klas: 1 - 4 / Wiskunde
Een leerling gaat oefenen met het optellen van ongelijknamige breuken.
Op het bord geef je een instructie hierover.
We doen dit aan de hand van de clowntjes methode.
Dit gaat als volgt bij noemers die niet gelijk zijn ga je een nieuwe noemer zoeken. Dit doe je door de noemers met elkaar te vermenigvuldigen. Je schrijft naast het = teken de nieuwe noemer met daarboven de breuk streep. Vervolgens het +teken er naast en daarnaast weer de nieuwe noemer met de deelstreep erboven. Dit vormt samen de mond van de clown ( je zet onder de gegeven noemers een boog met het x teken) Vervolgens pas je de tellers aan door de teller van de eerste breuk te vermenigvuldigen met de noemer van de tweede breuk. Je zet een pijl tussen de twee getallen daarna pas je de tweede teller aan op dezelfde manier ook door een pijl te zetten. Nu heb je het gezicht van de clown klaar.
vb
1/3 +1/4= /12+ /12= 4/12+ 3/12=
Opdracht
De leerling volgt de uitleg.
De leerling gaat naar de app.
De leerling gaat oefenen met optellen van ongelijknamige breuken. Samen met een tekenvel om zo de. Clowns te tekenen.
Leerdoel
Makkelijke speelse manier om ongelijknamige breuken bij elkaar op te tellen.
Voorwaarden
- Kennis van de app en bediening ervan
Stappenplan
- Zorg dat aan alle voorwaarden voldaan is
- Bespreek de opdracht met de leerlingen of geef hen een opdrachtbeschrijving
Voor de app
Laatste reactie
Reageer op dit lesidee
Wil je reageren? Log in of meld je aan.
Hans ter Heide Het vermenigvuldigen van de noemers om breuken gelijknamig te maken werkt altijd maar vereenvoudigen van het antwoord is veelal nodig; als je het volgens de KGV methode doet vraagt dat aanvankelijk meer tafelkennis. Voor beide opties valt wat te zeggen.
9 jaar geleden
Gerrit Davina Kim, een leuk idee.
9 jaar geleden
Martine den Engelsen Het vermenigvuldigen van de noemers, om een breuk gelijknamig te maken, werkt heel goed bij bepaalde breuken, maar niet bij alle. Zoek dus naar de kleinst mogelijke gelijke noemer. Voorbeeld: 1/8 + 1/10 = 10/80 + 8/80 = ... terwijl 5/40 + 4/40 = 9/40 je sneller het goede antwoord op kan leveren, áls je tenminste een beetje begrip hebt van breuken. Ik hoop dat de leerlingen ook weten waarom 4/12 hetzelfde is als 1/3. Al spelend begrip ontwikkelen voor gebroken getallen. Kijk ook eens naar deze rekenapps voor breuken: Fractions App By Tap To Learn | Pizza fractions: beginning with simple fractions | Slice it! en Motion Math.
meer dan 10 jaar geleden